Samenvatting: “Pelgrimeren kun je leren. Slaap in een jeugdherberg. Loop met een pelgrimsstaf. Vraag naar de (voor)namen van de mensen die je ontmoet, noem je eigen naam.”
Ik vertrek zondag 15 januari 2023 om Floris op te halen en naar het station Utrecht te rijden. Mijn vrouw Ellen brengt ons. Mijn buurman Dirk hoort ons vertrek om 05.42 uur vanaf Almere Oosterwold
Tjeu Vink komt net van een houseparty en adviseert ons om 0706 uur om naar Oostenrijk te reizen. Hij stapt met zijn vrienden in Arnhem weer uit. Om 08.58 uur wijst het treinbord in Düsseldorf dat er een rechtstreekse trein tot Wenen is, we gaan niet meer via Villach naar Zagreb. Mara vraagt om 13.43 uur of ik het digitale publiek kan uitbreiden met Pim.
We naderen Wenen en Floris maakt een praatje met de overbuurvrouw van de coupé. Ze gaat haar zus Susan Dumas bezoeken. Die is zangeres in musical Rebecca. Haar rol is Mrs. Danvers. Het is 17.15 uur.
We lopen naar jeugdherberg Wombat in Wenen. We slapen er een nacht op een slaapzaal. In de bar zit Philip Thomas, een Amerikaan die sales doet voor Mostly.ai, een startup in synthetische data. Hij wordt ook publiek van onze tocht.
Als we gaan slapen ligt een Italiaanse Tunesiër al in bed. Hij zit in de logistiek en moet om 0400 uur weer op voor zijn volgende klus. Maar eerder nog wandelt Parijzenaar Kiwu met zijn rolkoffer binnen. De volgende ochtend doucht ie juist als wij moeten kakken lang en met heel veel water overal. We verwonderen ons.
Om 10.10 uur ontmoet ik een boom in Wenen, we stappen in de trein naar Boedapest.
Als we uitstappen boeken we de nachttrein naar Boekarest, we kunnen dan slapen in een couchette en zijn om een uur of acht daar. De volgende middag kunnen we dan door naar Ruse in Bulgarije. Eerst eten we een Perzische pizza, in een kleurrijk klein restaurant, gerund door een lief Perzisch echtpaar. Als we in de trein stappen zit daar ook Michael, een Tsjech, hij reist ook naar Bulgarije maar zegt in Craiova uit te stappen, om half vijf in de nacht, en dan 3,5 uur te wachten tot de trein naar Sofia vertrekt. Ondanks het barre uur besluiten we zijn voorbeeld te volgen. Het is 1510 uur.
Conducteur Nick legt om 1701 uur uit dat we na de Hongaarse grens gerust in een lege coupé kunnen gaan liggen. Voor de grens zouden we moeten bijbetalen. We wachten dan nog even. Nick woont in de buurt van Boekarest.
We zijn in Sofia en boeken een bed in Hostel Mostel. Middenin Sofia stap je aan een drukke straat door een smalle deur een binnenplaats in en loopt tegen een authentiek Grieks houten huis aan. Een eeuw geleden The Old Inn, tijdens het communisme een overheidsgebouw en nu een jeugdherberg. Voor de deur brengt Nayden ons eerst nog de huurauto. Altijd vriendelijk en een man van weinig woorden.
‘s Avonds spelen we in de herberg een kaartspel Beverbende met Erasmus-studenten Justin en Anne, onderweg uit Istanbul terug naar Wageningen.
We staan op, het is 18 januari. Jessie houdt kantoor in de huiskamer van het hostel, hij zit in de zonnepanelen en doet vanuit hier de online ondersteuning van de monteurs als ze tegen een probleem aanlopen. De vijftig telefoontjes van gisteren waren ‘killing’, laat ie ons weten. Over een week heeft ie een appartement in Sofia en komen zijn vrouw en kinderen over uit Nederland.
Om 11.13 uur tref ik Svetla die me helpt om cash geld van de bankrekening te halen voor de tocht. Er staat geld op de rekening maar we moeten toch eerst zes formulieren invullen en ondertekenen.
We rijden door een bergdal en langs de Iskar-rivier naar Osenovlag, voorbij het Zeven Kapellen Klooster tot het eind van de weg, daar staat in het kleine dorpje het Pop Art House Osenovlag. De buren Mariana, Tsetsa, Mitko en Borko (vader en moeder, dochter en schoonzoon) wonen in een paar huizen naast het Pop Art House en ik ken ze al jaren. Ze nodigen ons uit voor het eten. Het lukt de volgende drie avonden niet om niet bij ze te eten, wat een gastvrijheid. Het lukt wel om een keer pannenkoeken mee te nemen voor het toetje.
We stoken de houtkachel lekker op en stappen in bed. De volgende ochtend komen we op het dorpsplein Stefan tegen, hij oogst met zijn maten bomen uit het bos. We moeten zijn kettingzaag bekijken. Ze zagen op gympen, in een spijkerbroek en zonder oordoppen. We wandelen de berg op, als we ‘s middags weer beneden komen staat op het dorpsplein Ivan, officier van Justitie. Zijn vader woont in het dorp en wacht op de bus naar Eleseyna. Daar is de trein naar Sofia.
We lopen terug naar huis en halen melk bij Spasena, we mogen haar koe, zes schapen, een varken en de kippen bewonderen. Ze is 75 en haar ogen glimmen dat het een aard heeft. De volgende ochtend komen we in de winkel Velislava tegen, ze spreekt Engels en is opgetogen buitenlanders in januari in het dorp te zien. Ze woont een dorp verderop, dat al helemaal verlaten was. Met haar man knapt ze nu een huis op, al werken ze in Sofia. Met internet kunnen ze toch al veel hier in de bergen doen. We moeten eens langskomen en wisselen nummers uit. We wandelen de berg op en komen al snel een wandelmaatje tegen: een prachtige langharige husky met een blauw en een bruin oog. We noemen haar Lupus. Zij loopt de hele wandeling voor ons uit om steeds weer terug te komen sprinten. De sneeuw is mooi en de zon schijnt, we ontmoeten prachtige oude beuken. Pas als we weer terug in het dorp zijn gaat Lupus terug naar haar baasje. Mitko kent de eigenaar wel.
We rijden Osenovlag uit, slapen onderweg in het hotel van Misho en komen aan in Elenovo, het dorp waar Dian woont. Hij is een jonge boer die ook biologische teelten is begonnen: 30 hectare eenkoorn, 3 hectare pruimen en 5 hectare walnoten. Hij wil ook biologische uien gaan telen, ik nodig hem uit om op Vliervelden te komen kijken bij de oogst van plantuitjes.
Galin zit achter de computer in het cultuurhuis waar Katya de scepter zwaait. Vanuit een of ander Microsoftfonds is er financiering voor drie computers en internet. Ook is er een bibliotheek. De kachel brandt. Galin wist me de weg over onverharde wegen naar Yordanka, dat is de vrouw van Gospodin. Hij heeft interesse mijn huis te kopen. Ik groet haar, zeg haar de prijs en vraag haar of Gospodin me kan bellen als hij nog steeds geïnteresseerd is.
We rijden door naar Tsarino, een verlaten dorp aan de grens met Griekenland. Het is door een groep kunstenaars tot levend kunstwerk gemaakt. Terry is de enige die er ook woont. Hij organiseert residencies, wij kunnen in het gastenhuis. We stoken de kachel, helpen Terry een beetje en wandelen rond. Ik vervolmaak een kunstwerk dat ik eerder al maakte. Terry kookt voor ons en wij voor hem. Na drie koude nachten en na twee vuurgestookte warme douches in Tsarino wijst Terry ons de weg naar de oude eiken van Raven, veterane eiken en indrukwekkende gestalten in dit land van oude heilige Thracische steden en rituele plaatsen. In Kurdzhali nemen we afscheid van Terry.
We rijden langs het dorp met de naam Mineralni Bani en baden daar in het badhuis. Het warme medicinale water komt hier al duizenden jaren uit de berg. Gelouterd kleden we ons weer aan. Desislav kwamen we al even tegen in het grote bad, in de kleedkamer praten we nog even verder. Hij teelt biologische komkommers en tomaten en belooft me een pot biologische honing.
We rijden door naar Sofia, leveren de auto in bij Nayden en nemen weer onze intrek in Hostel Mostel. We komen skater Jolien tegen, met een blauwe Obey-beany. Ze nodigt ons uit voor het alternatieve carnaval in Breda, 18 februari, Pier15. Celina uit Berlijn is er ook. Ze schrijft en zingt, maar werkt bij een NGO en weet het allemaal nog niet. Nu reist ze een paar maanden. Andrew is een Schot uit Glasgow die in Yambol woont en in Sofia rijlessen in het Engels volgt. In Glasgow moeten we naar Kelvingrove Park. “Find the comfort in yourself”, vindt hij.
Ik haal bij een postkantoortje de honing van Desislav: het zijn twee grote potten, hoe kan ik nu nog iets terugdoen? We drinken thee met Polina, ze is een ayurvedisch yogadocent. Ze nodigt ons uit voor een klankmassage de volgende avond. Eerst gaan we naar Pernik waar een groots kukerifestival plaatsvindt, ik ga met een Tsjechische kukeri op de foto. Terug in Sofia ondergaan we bij Polina de klankmassage liggend onder een dekentje, tussen de Bulgaarse leerlingen in. We spelen ook even zelf op de kristallen schalen. Ik stel voor samen een retreat in de natuur te organiseren: ‘Let’s do it’, zegt ze.
We nemen uit Sofia de trein naar Dimitrovgrad in Servië, maar daar is de dienstregeling opgehouden, we lopen op aanwijzing van de douaniers naar het Freedom Café, daar zou een bus zijn. Die is er niet. In plaats daarvan delen we een taxi met de Bulgaarse Magda en Angel; de taxichauffeur heet Nesho. Magda en Angel gaan naar een food festival in Pirot. Aldaar regelen we eerst een bus naar Nis en hebben nog even tijd. Het festival halen we niet, op de markt treffen we Sokol en Mima. Ze verkopen ons een fluit en een paar sokken. We hebben samen plezier.
We komen aan in Zagreb, Alexandre uit Bretagne maakt een foto van ons, wij geven tips over Sofia, hij is op reis. Ik vraag tips voor Bretagne.
We gaan door Duitsland en lijken laat in de avond nog in Almere te kunnen aankomen. Een trein vervalt, we kunnen alleen nog in Arnhem aankomen, om 00.15 uur. Floris kent Lizanne, ze schrijft voor wandel.nl en haalt ons in het holst van de nacht zelfs van de trein. We kunnen bij haar logeren. We lezen bij haar het artikel “Pelgrimeren kun je leren” en ze vertelt dat Nijmegen een pelgrimspad heeft van 136 kilometer rondom de stad. Het startpunt is bij de Stefanskerk. We nemen afscheid en lopen via de Stefanskerk naar het station. Het is 31 januari. Om 12.08 haalt Ellen ons weer op op het station, zetten Floris weer af bij vrouw en kinderen en rijden terug naar huis. We zijn 46 ontmoetingen verder.
Reactie? Mail me: jos@natureaccess.nl